De concessie "Les Liégeois" werd in 1906 toegekend aan de SA Cockerill uit Luik (4180 ha). De SA Charbonnages des Liégeois en Campine werd eerder al opgericht. In 1910 werden de eerste gebouwen ingehuldigd waaronder de elektriciteitscentrale. Er kwam ook een spoorverbinding met de lijn Hasselt-Maaseik. In 1920 werd de eerste steenkool bovengehaald. Schacht I was 83,5 meter hoog en had net als schacht II een diepte van 1045 meter. De ondergrondse verdiepingen bevonden zich op -654, -714, -780, -940 en -1010 meter. In 1946 werkten 5355 mijnwerkers in Zwartberg. In 1956 bedroeg de productie 1,4 miljoen ton. In 1952 was er een gasontploffing waarbij 23 mijnwerkers omkwamen. Er kwamen later allerlei verbeteringen op gebied van veiligheid. De mijn had zelfs een intern televisiecircuit. Einde 1965 werd beslist om deze moderne mijn met een hoog rendement toch te sluiten. Tijdens de stakingsrellen die volgden lieten twee mensen het leven. In februari 1966 werd het Zwartbergakkoord aanvaard. Dit akkoord voorzag nieuwe tewerkstelling voor de 4500 werknemers. De mijn sloot op 7 oktober 1966. De totale productie bedroeg bijna 40 miljoen ton. De metalen schachttorens en bijna alle gebouwen werden na de sluiting gesloopt. Op het huidige industrieterrein zijn de schachtdeksels nog te zien. Eén terril is bewaard gebleven, de andere is jaren ontgonnen en nu afgevlakt. Er zijn nog delen van de mijnmuur overeind gebleven net als een klein gebouwtje van de technische dienst. Het administratiegebouw uit 1959 doet nu dienst als politieschool (PLOT). Het gebouw ligt tegenover de voormalige mijn. De directeurswoning werd in 2005 beschermd en gerestaureerd. In dit park was gedurende 30 jaren de Limburgse zoo gevestigd. bron: belgischesteenkoolmijnen.be Back