De Langerbruggecentrale lag aan de basis van de industriële ontwikkeling van de kanaalzone Gent-Terneuzen. Ze werd in 1913 gebouwd door de Centrales Électriques des Flandres et du Brabant (CEFB). Architect Eugène Dhuicque gebruikte een decoratieve baksteenstijl. Bij een fusie in 1956 werd de centrale eigendom van EBES, het latere Electrabel. Er verrees een 102 meter hoge schoorsteen, nog altijd de hoogste van het land.
In 1959 werd een centrale opgestart die steenkool, stookolie en aardgas als brandstoffen gebruikte. Later kreeg Langerbrugge bijkomende eenheden: een ketel en een tegendrukstoomturbine met alternator opgestart in 1974 om stoom te leveren aan de papierfabrieken van Langerbrugge, en in 1993 een gasturbine met alternator en een recuperatieketel met naverbranding. De fabriek leverde elektriciteit voor algemeen verbruik en processtoom aan de omliggende bedrijven (StoraEnso, Kronos, en Algist Bruggeman). Deze warmtekrachtkoppeling werd afgebouwd in 2010 en enkele jaren later definitief gestopt. Back