Vorige week op de terugweg van Verviers naar Leiden toch nog even in Blegny rondgekeken, alleen buiten. I.v.m. de Corona de rondleiding overgeslagen. Buiten was er weinig veranderd. De bomen in het grasveld waren wel goed gegroeid.
Reeds tijdens de zestiende eeuw werd er in de omgeving van Trembleur steenkool ontgonnen door de monniken van de Abdij van Val-Dieu. De steenkool was dichtbij de oppervlakte te vinden en in 1779 werd een eerste schacht gedolven. In 1849 werd de schacht "Marie" aangelegd en werden de eerste stoommachines in gebruik genomen. Op 23 februari 1882 werd de SA des Charbonnages d'Argenteau-Trembleur opgericht. De concessie had een oppervlakte van 879 hectare. Het bedrijf ging in 1887 echter in vereffening en sloot de poorten. In 1919 werd de mijn overgenomen door de nieuwe SA des Charbonnages d'Argenteau. Schacht Nr 1 werd gebouwd in beton. In 1931 liep de productie op tot 84000 ton steenkool. Tijdens het begin van de Tweede Wereldoorlog werd schacht Nr 1 om strategische redenen vernietigd door het Belgische Leger. Schacht Marie nam de productie over. Na de oorlog kwam de huidige hoofdschacht in productie (1948) net als een nieuwe was- en sorteerinstallatie. Schacht Marie diende vanaf dan als lucht- en dienstschacht. In 1970 werd er 232000 ton steenkool gewonnen en werkten er bijna 700 mensen. De mijn was 530 meter diep en de ontginning gebeurde op 8 verdiepingen. In 1975 besloot de regering om de Waalse steenkoolontginning af te bouwen. Blegny sloot als voorlaatste Waalse mijn op 31 maart 1980. De mijn werd omgebouwd tot een boeiend toeristisch domein. Vandaag is de oude schacht in St-Rémy verdwenen. De schacht Marie en de bijhorende gebouwen zijn gerestaureerd en maken deel uit van "Blegny Mine". De terril is bewaard en kan men beklimmen. Schacht 1, de losvloer en de was- en sorteerinstallaties maken deel uit van een bezoek aan dit mijnmuseum. Men kan afdalen tot de verdiepingen -30 en -60 meter. De burelen en enkele andere gebouwen bleven ook bewaard. bron: belgischesteenkoolmijnen.be Back